OOK jij & je kleinkind

Soms denk ik wel eens stiekem dat het grootouderschap leuker is dan het ouderschap. Ik zal het nooit hardop zeggen omdat ik natuurlijk niet waarover ik het heb, maar toch vermoed ik in stilte dat het zo is. Er lijken me namelijk een flink aantal voordelen aan het grootouderschap te zitten.

Ten eerste. De allergrootste zorgen rond kinderen zijn altijd voor de ouders, nooit voor de grootouders. Als een kind bijvoorbeeld dyslectisch blijkt, dan moeten de ouders onmiddellijk in de touwen. Er moet een instituut worden gezocht,  allerlei experts worden gesproken en een apart programma  worden gedraaid die een groot beroep doet op de relatie tussen een ouder en een kind. Natuurlijk laat het spijtige nieuws van de woordblindheid van hun kleinkind grootouders niet onberoerd, maar met een extra bolletje ijs als troost kom je als grootouder bij je kleinkind al een heel eind. Je hoeft zelden echt grote bepalende dingen van je kleinkind te eisen en daarom springen kinderen nog wel op van de bank als opa of oma langskomt, maar niet als je na een vermoeiende dag zelf thuiskomt. Een ‘Hoi’ kun je krijgen en daar moet je het verder maar mee doen. Dus als ik dan moet kiezen, doe mij het grootouderschap dan maar.

Een tweede voordeel is dat je als grootouder niet meer zo nodig hoeft. Het grote hemelbestormen is voorbij, je leert het kleine steeds meer waarderen en je ziet het hele leven wat meer in perspectief. En dat geldt (neem ik aan) ook voor je eigen leven. Het was bijvoorbeeld Godfried Bomans die daar ook op latere leeftijd achter kwam, toen hij zijn publiek voorhield;  ‘Zonder u gaat het ook en waarschijnlijk beter’. Dat is een uitspraak van een wijze, relativerende man. Een man op leeftijd dus. Hij wist; je doet er niet zoveel toe als je denkt. En dat besef is goed. Daardoor kan een opa of  oma geduldig bij een kleinkind blijven wachten terwijl die op straat een dood vliegje aan het onderzoeken is. Een vader of moeder heeft die tijd niet, want die moeten vaak nog naar die vergadering, dat telefoontje nog plegen of dat rapport nog lezen. En dat is op de eeuwigheid beschouwd natuurlijk allemaal maar malligheid. En grootouders weten dat.

Een derde groot voordeel van het grootouderschap is dat je kinderen respect krijgen voor de opvoeding die ze zelf genoten hebben. Uit onderzoek blijkt dat de relatie tussen ouders en kinderen aanzienlijk verbetert als die kinderen zelf kinderen krijgen. Een belangrijke reden hiervoor is dat die nieuwbakken ouders ineens doorkrijgen wat een arbeid het eigenlijk allemaal  is, dat opvoeden van een kind. Daar hadden ze nooit zo bij stil gestaan en pas nu begrijpen ze met terugwerkende kracht hoeveel liefde en aandacht er eigenlijk in ze is gestoken. Toen ze zelf kind waren vonden ze hun ouders zeuren, maar nu ze zelf ouders zijn zien ze dan eindelijk het licht. Die waardering voelt weliswaar een beetje als mosterd na de maaltijd, maar iets is beter dan niets en laat is beter dan nooit.

Heeft het ouderschap dan geen voordelen? Natuurlijk wel. Het gevoel er echt toe te doen bijvoorbeeld, de enorme concentratie en de betrokkenheid die je bij je kinderen voelt. Maar toch ook; het is de enige weg naar het grootouderschap.